Menu

Historie

Op deze pagina wordt de geschiedenis en herkomst van de Machinerichtlijn beschreven.

De Europese Unie

In 1957 werd in Rome door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland het EEG-verdrag (Verdrag van Rome) gesloten. Het doel van dit verdrag was te komen tot samenwerking op het gebied van economisch beleid, politiek, burgerrechten en buitenlandse politiek. De EEG (Europese Economische Gemeenschap) was de basis van wat we tegenwoordig de Europese Unie (EU) noemen. In de loop der jaren is het aantal lidstaten gegroeid tot 28. De volgende landen vormen op dit moment (2018) de EU:

België Hongarije Polen
Bulgarije Ierland Portugal
Cyprus Italië Roemenië
Denemarken Letland Slovenië
Duitsland Litouwen Slowakije
Estland Luxemburg Spanje
Finland Malta Tsjechië
Frankrijk Nederland Verenigd Koninkrijk
Griekenland Oostenrijk Zweden
Kroatië

Eén van de doelstellingen van de EEG is het creëren van een gemeenschappelijke markt zonder handelsbeperkingen. Deze gemeenschappelijke markt wordt gekenmerkt door de zogeheten “vier vrijheden”, te weten:

vrij verkeer voor personen;
vrij verkeer voor goederen;
vrij verkeer van diensten;
vrij verkeer van kapitaal.
Het creëren van een gemeenschappelijke markt wordt gerealiseerd door de wetgeving van de verschillende lidstaten op elkaar af te stemmen. Men noemt dit harmonisatie van de wetgeving.

De EU stelt hiervoor richtlijnen op die, na goedkeuring door de Europese Commissie, door de lidstaten in nationale wetgeving moeten worden omgezet.

New Approach

Ter realisatie van een vrij verkeer van goederen werden er tot 1985 per product (in een enkel geval voor een groep producten) zeer gedetailleerde richtlijnen opgesteld.

Alle technische specificaties en normen werden uitgewerkt. Deze zeer tijdrovende procedure was er de oorzaak van dat vele richtlijnen door de snelle technische ontwikkelingen al achterhaald waren op het moment dat ze van kracht werden.

De huidige richtlijnen worden opgesteld volgens de zogenaamde “nieuwe aanpak” (new approach). Dit houdt in dat richtlijnen niet meer per product worden opgesteld, maar per productgroep. Bovendien bevatten ze niet langer gedetailleerde technische specificaties, maar zijn ze algemeen geformuleerd en stellen slechts essentiële eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu en consumentenbescherming.

De essentiële eisen worden nader uitgewerkt in geharmoniseerde normen, waarnaar in de richtlijnen wordt verwezen.

In tegenstelling tot de richtlijnen hebben normen geen wetskracht. Dit betekent dat een fabrikant niet verplicht is normen toe te passen op zijn product. Producten die zijn geproduceerd volgens de in de richtlijn genoemde geharmoniseerde normen, krijgen het zogenaamde “vermoeden van overeenstemming” met de eisen van de richtlijn. Fabrikanten, die geen gebruik maken van geharmoniseerde normen, moeten kunnen aantonen dat hun producten voldoen aan de in de richtlijn genoemde essentiële eisen.

Producten die voldoen aan de nieuwe aanpak richtlijnen moeten (in de meeste gevallen) zijn voorzien van een CE-markering (CE = Conformité Européenne).

Op dit moment bestaan voor de volgende productgroepen nieuwe aanpak richtlijnen die voorzien in een CE-markering:

Actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (90/385/EEG)
Apparatuur voor gebruik in explosieve omgeving (2014/34/EU)
Bouwproducten (EU/305/2011)
Drukapparatuur (2014/68/EU)
Drukvaten van eenvoudige vorm (2014/29/EU)
Elektromagnetische compatibiliteit (2014/30/EU)
Explosieven voor civiel gebruik (2014/28/EU)
Gastoestellen (EU/2016/426)
Kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (EU/2016/424)
Laagspanningsmateriaal (2014/35/EU)
Liften (2014/33/EU)
Machines (2006/42/EG)
Medische hulpmiddelen (93/42/EG)
Medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek (98/79/EG)
Meetinstrumenten (2014/32/EU)
Niet-automatische weegwerktuigen (2014/31/EU)
Persoonlijke beschermingsmiddelen (EU/2016/425)
Pleziervaartuigen en waterscooters (2013/53/EU)
Pyrotechnische producten (2013/29/EU)
Radioapparatuur (2014/53/EU)
Speelgoed (2009/48/EG)
Uitrusting voor zeeschepen (2014/90/EU)
Vervoerbare drukapparatuur (2010/35/EU)

Beperking gebruik gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (2011/65/EU)
Ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten(2009/125/EG)
Geluidsemissie buitenmaterieel(2000/14/EG)
Interoperabiliteit EU-spoorwegsystemen (2008/57/EG)